A R C H I E F
|
Plant van de maand November 2000
Royale hagen voor elke
tuin
Of je nou in
een paleistuin kijkt, of in een stadstuintje, een haag past vrijwel overal. Maar
hoe krijg ik nou in zo weinig mogelijk tijd zo’n mooie, groene muur? De Plant
van deze Maand vormt de oplossing; de beuk (Fagus sylvatica). Deze bij ons
welbekende boom is met een hoogte van dertig meter zeker fors te noemen.
Daardoor komt hij niet snel in de gemiddelde stadstuin terecht. Tenminste, niet
als boom. Als haagplant is de gewone beuk namelijk een uitstekende keuze.
Over de beuk en de haagbeuk is veel verwarring. Het zijn namelijk twee totaal
verschillende planten die vaak door elkaar worden gehaald. De gewone beuk is de
boom zoals hij bij ons in de bossen groeit. Hij is het makkelijkst te herkennen
aan het glimmende blad met rechte bladranden. De haagbeuk daarentegen, heeft
donkergroen blad, met gekartelde randen. Ook in de winter is het verschil tussen
de twee soorten duidelijk te zien. Van de Fagus blijft het bruine blad namelijk
’s winters, verdord maar decoratief, aan de plant zitten. Het valt er pas af
als de nieuwe knoppen in het voorjaar uitlopen. Hierdoor is de haag van de
gewone beuk ook ’s winters redelijk dicht, terwijl die van de haagbeuk
behoorlijk doorzichtig is.Van de gewone beuk bestaan een aantal aparte soorten,
zoals bijvoorbeeld de rode beuk (Fagus sylvatica f. purpurea). Zoals de naam al
zegt, is het blad van deze plant purperbruin.
Hoe krijg ik een mooie beukenhaag?
Om direct een
volle, hoge haag te krijgen, moet u grote, blokvormig gesnoeide planten kopen.
Deze zijn wel behoorlijk prijzig. Een alternatief is om te kiezen voor jonge
planten. Voor een hoge, volle haag moet u dan wel even geduld hebben. Een
voordeel is echter dat een beukenhaag heel oud kan worden. Let er bij het
snoeien ook op of u een haag van gewone beuk of van haagbeuk hebt geplant. Een
haagbeuk moet u na het planten door laten groeien totdat de gewenste hoogte
bereikt is. Dán mag u hem pas gaan snoeien. Nadat hij getopt is, vormt hij
namelijk pas heel langzaam weer opgaande takken. De gewone beuk moet juist wél
van tijd tot tijd getopt worden. Direct na het planten moet u de hoofdtak al
voor een derde deel wegknippen. Afhankelijk van de gewenste hoogte, moet de beuk
nog een paar keer getopt worden. Groeit de beuk in één keer door tot de
gewenste hoogte, dan zal hij moeilijk of niet vol groeien van onderen.
Om ook in de lange toekomst een volle haag te houden, is het verstandig om hem
enigszins een conische vorm te geven. Doordat de haag van onderen breder is dan
van boven, valt er meer licht op het onderste deel. Hierdoor blijft het voor de
plant ook ‘interessant’ om onder aan de plant blad te houden en niet alleen
maar naar boven te groeien. Als u de heg twee keer per jaar (juni en eind
augustus) snoeit, krijgt u een mooie groene muur.
Een behaaglijk gevoel
Een mooie haag vraagt net als een gazon het nodige onderhoud. Met het snoeien
haalt u natuurlijk heel wat groen weg. Al deze takken en bladeren hebben
voedingstoffen gekost. Om deze weer aan te vullen, moet u elk voorjaar bemesten
met een organische meststof zoals gedroogde koemestkorrels.
Het onderhoud vraagt behalve tijd ook een beetje ruimte. Houd dus het liefst een
smal paadje vrij tussen de heg en de andere beplanting. Zo hoeven de planten
niet met elkaar te concurreren met licht en voedingstoffen. Bovendien is een
dergelijk paadje erg makkelijk met het snoeien van de haag.
Met deze tips in uw achterhoofd en een rits jonge haagplanten van bijvoorbeeld
de beuk (Fagus sylvatica), heeft u binnen een paar jaar een beschutting tegen
inkijk, tegen vorst en wind, nestgelegenheid voor vogels en een behaaglijk
gevoel achter uw natuurlijke, royale afscheiding.
|
|
Mei |
Nymphoides peltata (watergentiaan) |
|
|
|
Sedum 'Matrona' Vaste plant van het jaar 2000
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2001 |
|
Januari | Helleborus niger (Kerstroos) |
Februari | Katjesdragers |
[homepage]
[ontwerp] [aanleg]
[onderhoud]
[Overzicht website]